Je eet meer koolhydraten
Koolhydraten worden omgezet in glucose, vervolgens wordt die glucose naar de cellen vervoerd als energiebron. Wat overblijft, wordt opgeslagen als glycogeen. Als de glycogeenvoorraden vol zijn, wordt het overschot opgeslagen als vet.
Glycogeen vindt zich aan water. Per gram glycogeen kan het tot 3 gram water aan zich binden.
Dus als je wat meer koolhydraten gaat eten, kan je vochtmassa wat toenemen.
Hoe kan je die glycogeenvoorraden opgebruiken? Ga flink wat sporten (tussen 20 en 90 minuten). Als je 90 minuten hebt gesport, weet je 100% zeker dat je je (overtollig) gewicht in water kwijt zal zijn.
Je eet veel zout
Verminder de inname van zoute (verwerkte) producten zoals chips, kaas, gerookte vis, kant en klare gerechten, soep en zoute drop.
Daarnaast kan het helpen om producten te eten die rijk zijn aan magnesium zoals banaan, avocado, zoete aardappel, bladgroenten, tomaten. Dit herstelt de natrium-magnesium balans in je lichaam. (Noot: natrium = zout)
Je sport (teveel)
Als je sport, maak je kleine scheurtjes in je spieren. Die lokken een soort ontstekingsreactie uit. Hierdoor blijft er rond de spieren wat meer water hangen om de spieren te laten herstellen.
Je neemt medicatie
Voorbeelden zijn pillen met hormonen (‘de’pil), ontstekingsremmers, diabetes medicatie.
Hitte
Bij hoge temperaturen neemt je lichaamstemperatuur ook wat toe. Daardoor zetten de bloedvaten uit. Dit kan je bvb merken aan je handen, benen en voeten.
Je kan hier heel weinig aan doen, maar als de temperaturen terug koeler worden, merk je dat de bloedvaten terug nauwer worden en ga je ook het extra vocht verliezen.
Je drinkt (teveel) alcohol
Alcohol heeft van zichzelf een vochtafdrijvend effect, waardoor je wellicht merkt dat je vaker moet plassen. De volgende dag is het lichaam daardoor wat uitgedroogd. Je gaat meer drinken (water natuurlijk J) en je gaat misschien wat vocht ophouden om te compenseren voor wat je de dag voordien verloren bent.
